donderdag 11 augustus 2016

Column: Ouderschapsplan (deel II)


In mijn vorige column over het ouderschapsplan gaf ik aan dat je bij de opmaak van een ouderschapsplan op een aantal problemen kunt stuiten. Ik wil twee van deze "problemen" belichten in deze column: het verblijfsadres van de kinderen en de kinderalimentatie.

Allereerst  besteed ik aandacht aan de keuze van het adres waarop het kind/de kinderen worden ingeschreven bij de gemeente. Wanneer er meerdere kinderen zijn, kan ervoor gekozen worden om het ene kind op het adres van moeder in te schrijven en het andere kind op het adres van vader. Degene bij wie het kind staat ingeschreven, ontvangt ook de hiermee samenhangende belastingvoordelen en de kinderbijslag. Het kan in fiscaal opzicht voordelig zijn om het jongste kind in te schrijven bij de partner met het laagste inkomen. Deze partner ontvangt dan immers het langst het bijbehorende belastingvoordeel.

Wat echter veel mensen niet weten en wat zelfs de belastingdienst “soms” niet weet, is een ouder recht heeft op de alleenstaande ouderkop als hij/zij aantoonbaar drie dagen of meer per week voor een kind zorgt. In geval van gelijke verdeling van de zorg, kan dit dus betekenen dat beide ouders de alleenstaande ouderkop kunnen ontvangen. Een belastingvoordeel van toch enkele honderden euro’s per maand.

Tevens wil ik het onderwerp kinderalimentatie extra uitlichten. De betaling van de kinderalimentatie kan op twee verschillende manieren geregeld worden. De ouders kunnen samen een zogenaamde kindrekening openen (manier 1), waarop zij samen maandelijks een overeengekomen bedrag storten en vervolgens ook allebei geld van mogen opnemen voor de kinderkosten. Dit vraagt een goede onderlinge communicatie.  Een andere mogelijkheid (manier 2)  is dat de ene ouder maandelijks een bepaald bedrag aan de andere ouder betaalt, die daarvan vervolgens “alle” kinderkosten voldoet.

Het is mijn ervaring dat ouders niet altijd beseffen wat kinderen hen per maand kosten. Om die reden laat ik allebei de ouders altijd eerst zelf een overzicht van de werkelijke kinderkosten maken. Deze leggen we vervolgens naast mijn alimentatieberekening. Mijn alimentatieberekening is een richtlijn, geen norm. Het is belangrijk dat ouders een bedrag aan kinderalimentatie overeenkomen dat én betaalbaar is én recht doet  aan de te maken kinderkosten. Daarnaast stimuleer ik ouders om samen te bepalen welke kinderkosten er voldaan worden van de kinderalimentatie en welke kinderkosten hier buiten vallen. Voor de betaling van de laatste categorie maken we vervolgens aparte afspraken, die ook weer worden vastgelegd in het ouderschapsplan.
miriam@cervixmediation.nl

maandag 8 augustus 2016

Het ouderschapsplan (deel I)


Als je minderjarige kinderen hebt en je gaat scheiden, is het maken van een ouderschapsplan verplicht. Ook als je niet getrouwd bent.

Veel ouders menen dat het ouderschapsplan hun rechten beschrijft. Ik benadruk echter altijd dat het gaat om de plichten die ouders jegens de kinderen hebben. De kinderen zijn degenen die de rechten hebben: contact met beide ouders en een begeleiding die recht doet aan hun ontwikkeling en persoonlijke ontplooiing.

Het maken van het ouderschapsplan is onderdeel van een echtscheidingsmediation. Soms is dit een van de eerste dingen die we oppakken, soms komt het in een later stadium van de mediation aan bod. In een ouderschapsplan moeten een aantal zaken worden vastgelegd, die de nodige emoties met zich meebrengen en financiële consequenties hebben.

Volgens de wet, moet er in het ouderschapsplan worden aangegeven bij welke ouder de kinderen staan ingeschreven bij de gemeente, hoe de omgangsregeling eruit ziet, hoe de ouders elkaar gaan informeren, consulteren  en met elkaar communiceren over de kinderen, hoeveel kinderalimentatie er betaald gaat worden en door wie.  Daarnaast worden er afspraken gemaakt over zaken die ouders belangrijk vinden in de opvoeding, hoe het contact met andere familieleden gewaarborgd wordt, zaken met betrekking tot het onderwijs dat de kinderen genieten, verzekeringen etc. Ik bespreek ook altijd met ouders wie zij willen dat er voor de kinderen gaat zorgen wanneer zij beiden overlijden voordat de kinderen meerderjarig zijn.

Precaire onderwerpen dus. Niet zelden beantwoorden ouders mijn vragen met het antwoord “dat doen we in onderling overleg”.  Maar dat is niet de bedoeling van het maken van een ouderschapsplan. Wanneer afspraken concreet worden vastgelegd, geeft dat in de toekomst minder aanleiding tot conflicten.  Iedereen weet immers waar hij/zij aan toe is. Wanneer het een complexe scheiding betreft, kies ik er, in overleg met de betreffende ouders, desondanks weleens voor om in eerste aanleg een wat algemener ouderschapsplan op te stellen.  Op deze manier is het verkrijgen van overeenstemming wat “gemakkelijker” en kan de echtscheiding worden afgerond.  Vervolgens kunnen de ouders dan even op adem komen. Wel plan ik in een dergelijk geval altijd een afspraak in voor over een half jaar. Dan gaan we het ouderschapsplan concretiseren.

Ook betrek ik de kinderen bij het maken van een ouderschapsplan.  Het is zelfs een wettelijke verplichting om in het ouderschapsplan op te nemen dat het kind betrokken is bij de opmaak ervan. Samen met de kinderen inventariseer ik hun wensen, waarbij geldt: “voice is not choice”.  Uiteindelijk bepalen de ouders wat er mogelijk is en wat niet. Het is soms heel verfrissend om te zien welke ideeën kinderen zelf hebben over de omgang met hun ouders en welke mogelijkheden zij zien  Niet zelden zijn ouders hierdoor geëmotioneerd.

miriam@cervixmediation.nl
www.cervixmediation.nl

zaterdag 6 augustus 2016

De kracht van kinderen.


Column:     De kracht van kinderen.
Brigitte en Paul melden zich bij mij. Na vijftien jaar samenwonen is de koek op. Brigitte wil weg.

Voor Paul kwam dit als een donderslag bij een heldere hemel. Hij had dit niet zien aankomen. Brigitte en hij waren zielsverwanten, zo zei hij.  En die liet hem nu in de steek. Nu, op dit moment, dat hij pas volledig arbeidsongeschikt was verklaard.

Paul en Brigitte zaten elk op een andere plek in de rouwcurve. Daarnaast kampte Paul niet alleen met de rouw van de relatiebeëindiging, maar ook met het verlies van zijn gezondheid. Dat leidde bij hem tot agressief gedrag en hij liep meer dan eens weg van de mediationtafel. Ik riep hem telkens terug en hij kwam ook terug. Ik tekende de rouwcurve en legde deze uit. Er was ruimte voor verdriet, maar toch werd de onderlinge communicatie in eerste instantie niet beter.

Brigitte en Paul woonden nog samen in hun koopwoning, die intussen wel verkocht was maar nog niet was opgeleverd. Brigitte wilde graag weg, maar had geen andere woonruimte. Intussen meldde zij mij wel dat Paul haar thuis diverse keren agressief bejegend had, haar sloeg en dat de politie daarom thuis was geweest.  Zij wilde niet meer samen met hem aan de mediationtafel zitten.

Paul en Brigitte hebben samen een tweeling van veertien jaar. Ik mocht met de meiden in gesprek. Ik luisterde ook naar hen, hoorden hun wensen en zag hun verdriet. Ik zag twee volwassen meiden, te volwassen voor hun leeftijd.  Ze beschermden hun ouders, maar durfden hun verdriet niet te bespreken met ouders. Samen met  de kinderen en de ouders,  heb ik daaraan gewerkt.

Ondertussen ging ik al pendelend heen en weer tussen Paul en Brigitte. Op die manier ontstond er een ouderschapsplan met alimentatieberekening. Ik hield hen voor dat hun relatie ook goede dingen heeft “opgeleverd”, namelijk een schitterende tweeling. Deze mooie herinneringen mogen gekoesterd blijven. Toen het ouderschapsplan door mij geschreven was, gaven Paul en Brigitte beiden  aan dat dit document in één gezamenlijk gesprek ondertekend kon worden.

Ik zag ze samen de trap op komen, Brigitte en Paul. Samen keuvelend. Een ongedwongen, plezierig samen zijn. Er was iets veranderd. Wat dan, vroeg ik. “De kinderen hebben ons verteld hoeveel last zij hebben van onze ruzies”, zei  Brigitte. “Dat mag niet”, zei Paul. Dat was voor hen reden geweest om bij elkaar te gaan zitten en een goed gesprek te hebben. 

Kinderen krijgen zoiets voor elkaar. Niet altijd, maar dit keer wel.
miriam@cervixmediation.nl

woensdag 3 augustus 2016

Haar handje in de mijne


Column:  Haar handje in de mijne.

Mijn dochter van zeven en ik lopen op zaterdagmiddag samen door het centrum. We hebben wat “vrouwenboodschappen” die gedaan moeten worden.  Er  “moet” een feestjurk worden gekocht voor oma die binnenkort negentig jaar gaat worden. 

Terwijl we samen een ijsje eten op de goede afloop van de zoektocht, kijken we naar de mensen die over de markt lopen.  Even later staan we op om op de markt een bosje bloemen te gaan scoren. Het is druk. Ik voel haar handje in de mijne glijden;  ze wil me niet kwijtraken in de drukte. Mama is toch nodig, al doet ze soms net van niet. Een gewone zaterdagmiddag met een gezellig samenzijn waar ik als moeder ontzettend van kan genieten.

Ik realiseer mij dat er ouders zijn voor wie dit samen zijn met hun kinderen minder vanzelfsprekend is en misschien wel ontbreekt. Dit kan veel oorzaken hebben, maar echtscheiding is daar één van. Scheiden betekent dat je je kinderen niet 24/7 meer bij je hebt. Dat i
s een rouwproces dat je als ouder doormaakt, ook wanneer  je zelf het initiatief voor de scheiding genomen hebt. Tijdens de mediation kan er aandacht zijn voor dit rouwproces.

Soms lukt het zelfs om als ex-partners samen hierover te rouwen. Onlangs had ik een zeer geëmotioneerde vader aan mijn mediationtafel.  Moeder had een nieuwe vriend met een zoontje van dezelfde leeftijd als hun zoon.  Het zoontje van de nieuwe partner had bij moeder gelogeerd en de kinderen hadden daar erg van genoten. Vader besefte door de scheiding geen deel uit te kunnen maken van dit stukje uit het leven van zijn zoon. Het was mooi om te zien hoe moeder vader de ruimte gaf om deze emotie te tonen . Zijn verdriet mocht er zijn, net zoals dat van haar.

Zo kan emotie ook verbinden !