donderdag 29 september 2016


Column:    Sociaal netwerk: kracht of belemmering bij echtscheiding ?

Iemand uit mijn nabije omgeving deelde het volgende met mij: ze had haar ex-man afgezet bij het vliegveld omdat deze op zakenreis ging.  Haar halve familie was over haar heen gevallen. “Bepaalt hij nu nog voor jou wat er gebeurt ?”. En “Zijn jullie wel echt los van elkaar ?” Mijn kennis dacht alleen maar: “In Godsnaam, waarom zou ik de vader van mijn kinderen niet mogen helpen ?”.  Het had haar geraakt, deze bemoeienis. Ze kon het ook niet echt een plekje geven.

In mijn praktijk kom ik de invloed van het sociale netwerk regelmatig tegen. Soms positief, soms belemmerend. Om die reden betrek ik het sociale netwerk ook vaak bij het ingeslagen traject.

Natuurlijk is het logisch dat (groot)ouders zich zorgen maken over hun eigen kind en/of de kleinkinderen. Zo ontving ik eens een brief van een moeder die daarin aangaf dat haar ex-schoonzoon een narcist was. Voor mij als mediator is dit een situatie waarin ik (net zo als altijd natuurlijk) heel zorgvuldig moet handelen.  Ik heb de betreffende mevrouw dan ook bericht dat ik haar zorg begrepen heb, maar dat de mediation verder vertrouwelijk is.

De bescherming vanuit een netwerk, kan tot gevolg hebben dat de “eigen kracht” van een cliënt niet wordt aangeboord. Soms zie ik dan een wat “afhankelijke” opstelling die neigt naar het aannemen van een slachtofferrol. Met name de opmerking “iets zielig te vinden” komt vaak terug. Het is “zielig” voor de kinderen…. Zijn kinderen zielig ? Het woord “zielig” kan ook een minderwaardigheid impliceren of het gevoel geven dat de “zielig” bevonden persoon zelf geen invloed kan uitoefenen op de situatie. En daar gaat het dan mis. Want juist door in je kracht te gaan staan, leiding te nemen en te groeien, kan een conflict worden opgelost. Daar werk ik dan ook aan met mijn cliënten (ouders en kinderen !).

Door zaken te benoemen, maak ik cliënten bewust van hun aandeel in het conflict. Daarvoor is het noodzakelijk dat zij mij vertrouwen.  Daar werk ik dan ook hard aan. Niet uit strategisch oogpunt, maar vanuit mijn oprechtheid en integriteit. Meerzijdigpartijdig zijn is hierbij belangrijk. De een kunnen laten inzien waar het gedrag van de ander vandaan komt. Als je dat namelijk weet, kun je het gedrag van de ander wellicht ook positief beïnvloeden of beter begrijpen.

Het sociale netwerk kan echter ook helpen om zaken te relativeren.  Om bij te dragen aan de bewustwording dat de ander misschien iets anders bedoelt dan jij denkt. Of om behulpzaam te zijn bij het vinden van een praktische oplossing. Of gewoon door er te zijn en een luisterend oor te bieden (maar dan wel zonder te oordelen !)

miriam@cervixmediation.nl

donderdag 22 september 2016


Column: Fiscaal partnerschap en toeslagpartnerschap bij echtscheiding.

Als je getrouwd bent of samenwoont, ben je (meestal) fiscaal partner. Dit geeft voordelen omdat je dan met bepaalde posten kunt schuiven om zo een belastingvoordeel te bewerkstelligen. Bij een echtscheiding ga je ook financieel uit elkaar. Dat heeft ook gevolgen voor het fiscaal partnerschap, hetgeen gewenst kan zijn, maar soms ook niet. Hoe kun je dit nu ondervangen, zodat je maximaal belastingvoordeel kunt behalen ook als je al gescheiden bent ?

Het fiscaal partnerschap eindigt op het moment dat de partners niet meer op hetzelfde adres staan ingeschreven én het verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank is ingediend. Aan beide voorwaarden dient voldaan te zijn. Vertrek uit de echtelijke woning heeft dus geen gevolgen voor fiscaal partnerschap zolang het verzoekschrift tot echtscheiding niet door de griffie van de rechtbank ontvangen is. In het jaar waarin het fiscaal partnerschap eindigt kan men er m.b.t. de inkomstenbelasting, voor kiezen om dat gehele jaar fiscaal partner te blijven.

Wanneer de ex-partner uit de woning vertrekt voor deze verkocht is en zich in de gemeentelijke basisadministratie uitschrijft op dit adres, heeft de vertrekkende partner nog maximaal twee jaar recht op 50% van de hypotheekrenteaftrek (art. 3.111 lid 4 Wet IB 2001; de zg. fictiebepaling in de wet IB). 

Naast het begrip fiscaal partnerschap, kennen we nog  het begrip “toeslagpartner”.  Ook daarvoor geldt dat ex-partners pas als gescheiden worden aangemerkt als ze niet meer op hetzelfde adres ingeschreven staan én er een verzoekschrift tot echtscheiding is ingediend. Indien er niet aan beide voorwaarden voldaan is, blijft men elkaars toeslagpartner. Dit kan de aanvaarding van een huurwoning bemoeilijken omdat er in dat geval nog geen recht is op huurtoeslag. Ook de andere belastingvoordelen zoals zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag en de alleenstaande ouderkop loopt men dan (gedeeltelijk) mis.

Het toeslagpartnerschap kan niet worden verlengd tot een heel jaar en eindigt van rechtswege wanneer er is voldaan aan de voorwaarden: niet meer ingeschreven staan op hetzelfde adres én het verzoekschrift tot echtscheiding is ingediend bij de rechtbank.

Kun je dan toch fiscaal partner zijn als je geen toeslagpartner meer bent ? Ja, dat kan. De mediator advocaat kan dit ondervangen door een correcte omschrijving in het echtscheidingsconvenant.

miriam@cervixmediation.nl

maandag 19 september 2016


Column:              Fiscale consequenties van vermogensverdeling bij echtscheiding.

In een eerdere column stelde ik de vraag: “En wat doen we met het huis?”.  Deze vraag is relevant, omdat je bij een echtscheiding ook de financiën gaat ontvlechten en een verdeling van het vermogen maakt.  

Het komt voor dat een ex-partner, bijvoorbeeld uit schuldgevoel, de ander meer dan de helft van het vermogen wil geven bij de afwikkeling van een scheiding. Mensen zijn zich daarbij soms niet bewust van het feit dat een ongelijke verdeling van het vermogen, fiscale consequenties kan hebben voor beide partners. Dit is dan ook precies de reden waarom het verstandig is om een echtscheidingsconvenant op te laten maken door een mediator of advocaat en niet zelf te gaan knutselen met bijvoorbeeld de digitale rechtswijzer. Deze rechtswijzer maakt namelijk niet attent op fiscale consequenties, iets dat menigeen al letterlijk duur is komen te staan.

In geval van een koopwoning, verzoek ik cliënten om vóór de opmaak van een echtscheidingsconvenant, de woning te laten taxeren door een beëdigd taxateur.  Juridisch gezien is een dergelijke taxatie niet noodzakelijk, omdat je in het civiele recht samen een verkoopprijs overeen mag komen. Mensen zijn dan ook niet altijd meteen bereid om geld aan een dergelijke taxatie te gaan spenderen. Een ander gebruikt tegenargument is dat verschillende taxaties tot een andere waarde kunnen leiden. Toch is het wel belangrijk om deze investering te doen, omdat je zo een indicatie hebt van de waarde van de koopwoning en deze desgevraagd aan de belastingdienst kan overleggen. Het kan namelijk fiscale gevolgen hebben als je de woning te hoog waardeert.  Het civiele recht en het fiscale recht bijten elkaar dus op dit deel.

De fiscale consequenties van een te hoge waardering van de woning kunnen zijn:

·         Indien later blijkt dat de woning minder waard is dan opgegeven en één (ex)-partner de woning overneemt, loopt deze het risico dat een deel (het verschil tussen de opgegeven waarde en de werkelijke waarde van de woning) van de hypotheekrente niet meer aftrekbaar is. Dit heeft dus een hogere maandelijkse hypotheeklast voor de overnemer tot gevolg wanneer deze de gehele, te hoge waarde heeft gefinancierd.. 

·         Het verschil tussen de opgegeven waarde en de werkelijke waarde van de woning wordt gezien als overbedelingsschuld; Je hebt dan als het ware je partner een bedrag geschonken door een hogere overnameprijs te betalen dan noodzakelijk was.

·          Een overbedelingsschuld heeft een aanslag van schenkbelasting tot gevolg (of althans, dat kan als de belastinginspecteur dit opvalt).

Een en ander kun je ondervangen door het als een natuurlijke verbintenis te beschrijven in het echtscheidingsconvenant. Hiervoor is echter toestemming van de belastinginspecteur voor nodig. Ik adviseer dan ook altijd om deze vooraf te vragen. Mensen reageren dat vaak met de opmerking dat ze geen slapende honden wakker willen maken. Echter, een vooraf verkregen toestemming kan je enkele duizenden euro’s aan belastingaanslagen schelen.

De moeite waard ?

In een volgende column ga ik in op fiscaal partnerschap en de beschrijving daarvan in het echtscheidingsconvenant, alsmede het uitruilen van pensioenen en partneralimentatie.

miriam@cervixmediation.nl

Column:              Fiscale consequenties van vermogensverdeling bij echtscheiding.

In een eerdere column stelde ik de vraag: “En wat doen we met het huis?”.  Deze vraag is relevant, omdat je bij een echtscheiding ook de financiën gaat ontvlechten en een verdeling van het vermogen maakt.  

Het komt voor dat een ex-partner, bijvoorbeeld uit schuldgevoel, de ander meer dan de helft van het vermogen wil geven bij de afwikkeling van een scheiding. Mensen zijn zich daarbij soms niet bewust van het feit dat een ongelijke verdeling van het vermogen, fiscale consequenties kan hebben voor beide partners. Dit is dan ook precies de reden waarom het verstandig is om een echtscheidingsconvenant op te laten maken door een mediator of advocaat en niet zelf te gaan knutselen met bijvoorbeeld de digitale rechtswijzer. Deze rechtswijzer maakt namelijk niet attent op fiscale consequenties, iets dat menigeen al letterlijk duur is komen te staan.

In geval van een koopwoning, verzoek ik cliënten om vóór de opmaak van een echtscheidingsconvenant, de woning te laten taxeren door een beëdigd taxateur.  Juridisch gezien is een dergelijke taxatie niet noodzakelijk, omdat je in het civiele recht samen een verkoopprijs overeen mag komen. Mensen zijn dan ook niet altijd meteen bereid om geld aan een dergelijke taxatie te gaan spenderen. Een ander gebruikt tegenargument is dat verschillende taxaties tot een andere waarde kunnen leiden. Toch is het wel belangrijk om deze investering te doen, omdat je zo een indicatie hebt van de waarde van de koopwoning en deze desgevraagd aan de belastingdienst kan overleggen. Het kan namelijk fiscale gevolgen hebben als je de woning te hoog waardeert.  Het civiele recht en het fiscale recht bijten elkaar dus op dit deel.

De fiscale consequenties van een te hoge waardering van de woning kunnen zijn:

·         Indien later blijkt dat de woning minder waard is dan opgegeven en één (ex)-partner de woning overneemt, loopt deze het risico dat een deel (het verschil tussen de opgegeven waarde en de werkelijke waarde van de woning) van de hypotheekrente niet meer aftrekbaar is. Dit heeft dus een hogere maandelijkse hypotheeklast voor de overnemer tot gevolg wanneer deze de gehele, te hoge waarde heeft gefinancierd.. 

·         Het verschil tussen de opgegeven waarde en de werkelijke waarde van de woning wordt gezien als overbedelingsschuld; Je hebt dan als het ware je partner een bedrag geschonken door een hogere overnameprijs te betalen dan noodzakelijk was.

·          Een overbedelingsschuld heeft een aanslag van schenkbelasting tot gevolg (of althans, dat kan als de belastinginspecteur dit opvalt).

Een en ander kun je ondervangen door het als een natuurlijke verbintenis te beschrijven in het echtscheidingsconvenant. Hiervoor is echter toestemming van de belastinginspecteur voor nodig. Ik adviseer dan ook altijd om deze vooraf te vragen. Mensen reageren dat vaak met de opmerking dat ze geen slapende honden wakker willen maken. Echter, een vooraf verkregen toestemming kan je enkele duizenden euro’s aan belastingaanslagen schelen.

De moeite waard ?

In een volgende column ga ik in op fiscaal partnerschap en de beschrijving daarvan in het echtscheidingsconvenant, alsmede het uitruilen van pensioenen en partneralimentatie.

miriam@cervixmediation.nl

Column:              Fiscale consequenties van vermogensverdeling bij echtscheiding.

In een eerdere column stelde ik de vraag: “En wat doen we met het huis?”.  Deze vraag is relevant, omdat je bij een echtscheiding ook de financiën gaat ontvlechten en een verdeling van het vermogen maakt.  

Het komt voor dat een ex-partner, bijvoorbeeld uit schuldgevoel, de ander meer dan de helft van het vermogen wil geven bij de afwikkeling van een scheiding. Mensen zijn zich daarbij soms niet bewust van het feit dat een ongelijke verdeling van het vermogen, fiscale consequenties kan hebben voor beide partners. Dit is dan ook precies de reden waarom het verstandig is om een echtscheidingsconvenant op te laten maken door een mediator of advocaat en niet zelf te gaan knutselen met bijvoorbeeld de digitale rechtswijzer. Deze rechtswijzer maakt namelijk niet attent op fiscale consequenties, iets dat menigeen al letterlijk duur is komen te staan.

In geval van een koopwoning, verzoek ik cliënten om vóór de opmaak van een echtscheidingsconvenant, de woning te laten taxeren door een beëdigd taxateur.  Juridisch gezien is een dergelijke taxatie niet noodzakelijk, omdat je in het civiele recht samen een verkoopprijs overeen mag komen. Mensen zijn dan ook niet altijd meteen bereid om geld aan een dergelijke taxatie te gaan spenderen. Een ander gebruikt tegenargument is dat verschillende taxaties tot een andere waarde kunnen leiden. Toch is het wel belangrijk om deze investering te doen, omdat je zo een indicatie hebt van de waarde van de koopwoning en deze desgevraagd aan de belastingdienst kan overleggen. Het kan namelijk fiscale gevolgen hebben als je de woning te hoog waardeert.  Het civiele recht en het fiscale recht bijten elkaar dus op dit deel.

De fiscale consequenties van een te hoge waardering van de woning kunnen zijn:

·         Indien later blijkt dat de woning minder waard is dan opgegeven en één (ex)-partner de woning overneemt, loopt deze het risico dat een deel (het verschil tussen de opgegeven waarde en de werkelijke waarde van de woning) van de hypotheekrente niet meer aftrekbaar is. Dit heeft dus een hogere maandelijkse hypotheeklast voor de overnemer tot gevolg wanneer deze de gehele, te hoge waarde heeft gefinancierd.. 

·         Het verschil tussen de opgegeven waarde en de werkelijke waarde van de woning wordt gezien als overbedelingsschuld; Je hebt dan als het ware je partner een bedrag geschonken door een hogere overnameprijs te betalen dan noodzakelijk was.

·          Een overbedelingsschuld heeft een aanslag van schenkbelasting tot gevolg (of althans, dat kan als de belastinginspecteur dit opvalt).

Een en ander kun je ondervangen door het als een natuurlijke verbintenis te beschrijven in het echtscheidingsconvenant. Hiervoor is echter toestemming van de belastinginspecteur voor nodig. Ik adviseer dan ook altijd om deze vooraf te vragen. Mensen reageren dat vaak met de opmerking dat ze geen slapende honden wakker willen maken. Echter, een vooraf verkregen toestemming kan je enkele duizenden euro’s aan belastingaanslagen schelen.

De moeite waard ?

In een volgende column ga ik in op fiscaal partnerschap en de beschrijving daarvan in het echtscheidingsconvenant, alsmede het uitruilen van pensioenen en partneralimentatie.

miriam@cervixmediation.nl

donderdag 15 september 2016


Column:              Empathie op armlengte.

In mijn werk als echtscheidingsmediator en belangenbehartiger van kinderen in scheidingssituaties, kom ik veel schrijnende dingen tegen. Het is zaak om dan toch te proberen om enige afstand te houden, zodat je als hulpverlener zelf “niet wakker ligt” van dingen die je hoort.  Mensen hebben immers weinig meer aan je hulp als je deze niet meer goed kunt bieden. Anderzijds is het voor de cliënt van belang dat hij/zij zich wel begrepen en erkend voelt. Empathie op armlengte vind ik hiervoor een mooie term.

De lastigste situaties voor mij als professional zijn de situaties waarin ik wel wil handelen, maar niet kan handelen omdat ik gebonden ben aan wetten en regels. Ik kan en mag kinderen in echtscheidingssituaties alleen dan begeleiden als (beide) gezagsdragers (meestal de ouders) hiervoor toestemming geven. Als één ouder het gezag heeft over het kind, ligt het vaak wat gemakkelijker. Bij het gezamenlijk gezag kunnen ouders elkaar dwarsbomen door toestemming voor hulpverlening aan het kind te weigeren, waardoor het kind niet geholpen wordt.

Hulpverlening, wetten en regeltjes………..Soms een tegenstrijdig belang, om maar even bij mediation te blijven.  En ook ik heb soms heel veel moeite om me aan die regeltjes te houden. Onderlaatst  werd ik als vrijwilliger (in een andere hoedanigheid) gekoppeld aan een gezin, waarvan na de kennismaking pas bleek dat er een complexe echtscheidingsproblematiek speelde én waar overduidelijk een klein kind in de knel zat. Helaas kreeg ik van mijn leidinggevende geen toestemming om dit gezin als professional te gaan begeleiden. De koninklijke weg moest gevolgd worden. Resultaat: enkele maanden later wacht het gezin nog op hulp.  Jammer dat mensen hierdoor laagdrempelige hulp mislopen. Dat is noodgedwongen empathie op armlengte.

Toch zijn wetten en regels niet altijd verkeerd. Als registermediator moet ik me bijvoorbeeld aan bepaalde gedragsregels houden. Dit biedt mijn cliënten de zekerheid dat ik neutraal ben, of beter gezegd: meervoudig partijdig. Ik probeer bij de andere partij inzicht en begrip te kweken in de denkwijzen en belangen van de ander.  Een andere regel is dat mediation vertrouwelijk is. Hetgeen er tijdens de mediation besproken wordt, blijft tussen de mediator en partijen en mag met niemand gedeeld worden. Dus ook niet met de rechter of de advocaat.

Betrekkelijk nieuw is “de overlegscheiding”.  Partijen verschijnen, elk met hun eigen advocaat, aan tafel bij een mediator die het gesprek leidt. Regel bij  de overlegscheiding is dat, wanneer er op deze wijze geen oplossing wordt bereikt, partijen niet mogen gaan procederen met de advocaat die hen begeleidt bij de overlegscheiding. Ook hier komt voortschrijdend inzicht en ontwikkeling: er wordt nu ook gestart met overlegscheidingen waarbij geen advocaten aanwezig zijn, maar waarbij elke partij zijn/haar coach meebrengt én waarbij ook een belangenbehartiger van de kinderen aansluit. Kijk, dat vind ik nu weer een mooie regel én een goed voorbeeld van empathie op armlengte !



miriam@cervixmediation.nl



maandag 12 september 2016


Column:  Echtscheiding,  huiselijk geweld en kindermishandeling.

Onderlaatst stond ik aan de zijlijn van het hockeyveld onze dochter te “supporteren”. Ik stond daar naast wat ouders, die aan elkaar over hun echtscheiding aan het vertellen waren. Zo zei de ene ouder dat het verloop van de afwikkeling van de echtscheiding, mede bepaald wordt door de manier waarop de relatie beëindigd is. Is dat zo ?



In mijn praktijk komt het met enige regelmaat voor dat ouders beschuldigd worden van huiselijk geweld en kindermishandeling. Soms gaan deze beschuldigingen over en weer.  Een lastige situatie, die nog moeilijker wordt wanneer de ene ouder van de kinderen bevestigd meent te krijgen dat er sprake is van…… vul maar in.



Wanneer kinderen aangeven dat een ouder hen misbruikt of gewelddadig benadert, kan het waar zijn. Maar het hoeft niet. Wat er dan vervolgens volgens de meldcode moet gebeuren, is dat een professional of de andere ouder, eerst met de beschuldigde ouder in gesprek gaat alvorens te handelen. Maar ja……doe dat maar eens als je niet on speaking terms bent. Vervolgens gaat een professional na of dat er meerdere signaleringen van mishandeling of geweldpleging zijn waargenomen, bijvoorbeeld door de school of de huisarts. Er is een digitaal systeem waarin professionals dergelijke zorgmeldingen kunnen melden.



Daarnaast is het goed om te proberen om het waarheidsgehalte van de opmerkingen van kinderen te toetsen. Welke bewoordingen kiezen ze ? Passen ze bij hun leeftijd, of is het grote mensen taal ? Hoe vaak maakt het kind opmerkingen over dit onderwerp ? Waarbij het kind zeker serieus genomen moet voelen en de veiligheid bewaakt moet worden. Maar toch altijd met de gedachte in het achterhoofd: wat zorgt er nu voor dat het kind dit zegt ? Zit het in een loyaliteitscrisis ? Welke feitelijke aanwijzingen zijn er ter ondersteuning van de beschuldiging ? En wat doe je als je die niet vindt ?



Moeilijk. De ouder die beschuldigd wordt, al dan niet terecht, zit ook in een hele moeilijke positie. Want: hoe kun je aantonen dat je iets niet hebt gedaan ? En als je het wel hebt gedaan: kun je dan het vertrouwen te herstellen ? Misschien vreemd, maar het kan zijn dat een misbruikt kind de betreffende ouder toch graag wil blijven zien en als professional weet je dat dit ook erg belangrijk is. Maar….waar doe je goed aan ? En hoe krijg je de andere ouder zover ?



Een belangrijk instrument is hierbij mijn onderbuik gevoel.  Ik doe wat mijn hart mij ingeeft, goed afgewogen weliswaar. Dan heb ik dat tenminste gedaan…. Proberen om ouders en kinderen te verbinden, op een veilige, constructieve manier. Praten, begeleiden en proberen veranderingen in het denkpatroon te bewerkstelligen. Een hele klus, ook voor de professional !



miriam@cervixmediation.nl


donderdag 8 september 2016


Column:  Omgangsregeling: in wiens belang eigenlijk ?

Het recht op omgang met de kinderen na een scheiding is vaak een gevoelig onderwerp  bij het regelen van een scheiding. Waar ouders soms aan voorbij gaan, is dat het in deze niet alleen een recht is, maar ook een plicht. Een plicht die zelfs wettelijk is vastgelegd.

Het opstellen van een omgangsregeling vraagt om een zorgvuldige afweging tussen de belangen van de ouder en de belangen van het kind. Naar mijn mening wordt in deze discussie nog te vaak uitgegaan van de rechten en de belangen van de ouder. Daar zit ook vaak de angel van het meningsverschil: de hakken gaan in het zand omdat de ouder de eigen rechten veilig wil stellen.

Bij het opstellen van een omgangsregeling start ik vaak met de opdracht aan ouders om op te schrijven wat volgens hen nu de belangen van de kinderen zijn. Vaak zijn er wel een aantal overeenkomsten in deze antwoorden te vinden, die dan als vertrekpunt kunnen dienen voor het opstellen van een regeling.

Als professional  ga ik uit van de hechtingstheorie en de ontwikkelingspsychologie., teneinde zo een kindgerichte regeling te bereiken die rekening houdt met de leeftijd en de ontwikkelingsfase van een kin. Ik zie het ook als mijn taak om ouders hierover voor te lichten.

De betekenis van de hechtingstheorie is wetenschappelijk onderzocht. Uit tal van onderzoeken blijkt dat een goede hechting tussen het ( zeer jonge)  kind en zijn verzorger/opvoeder een solide basis vormt voor een gezonde ontwikkeling van het kind. Een verstoorde hechtingsrelatie in de vroege kinderjaren is daarentegen een risicofactor voor een gezonde ontwikkeling. Zo worden o.a. contact- en relatiestoornissen, aandachts- en leerstoornissen, depressiviteit, angst-en stemmingsstoornissen in verband gebracht met een verstoorde hechting, net als persoonlijkheidsstoornissen, anorexia en automutilatie.

Ik heb weleens een omgangsregeling gemaakt voor een nog ongeboren baby. Vader wilde dit kindje,  direct na de bevalling de helft van de week bij zich hebben. Voor zeer jonge kinderen is veel en regelmatig contact met één en dezelfde verzorger, uitermate belangrijk voor het welbevinden. Twee verschillende huizen, twee verschillende bedjes…… dat is voor een baby teveel. Gelukkig kon ik dit aan vader overbrengen. Vader gaf echter wel aan een plaats in het leven van dit kindje te willen krijgen en gelukkig ging moeder daarin mee. Vader mocht bij de bevalling aanwezig zijn en ging daarna, dagelijks, in de avonduren het kind voeden, verschonen en in bed leggen. Chapeau !

miriam@cervixmediation.nl








zondag 4 september 2016


Column:  Hoe doen we het met het huis ?

Inge en Ruud komen bij mij om hun scheiding “te regelen”.  Zij zijn getrouwd in gemeenschap van goederen.

Inge woont nu nog met hun drie kinderen in de gezamenlijke koopwoning, maar zij voelt zich niet langer thuis in dit huis. Het heeft teveel nare herinneringen. Ruud is ingetrokken bij een vriend, maar voelt zich daar ook niet op zijn gemak. Hij mag daar nog maar een maand blijven wonen en dat moet hij weer verkassen. Bovendien kan hij in het huis van zijn vriend de kinderen niet ontvangen.

Over en weer vliegen de verwijten door de lucht. Ruud vindt dat Inge maar mazzel heeft dat ze over het huis kan beschikken. Ruud betaalt de woonlasten van dit huis, zonder dat hier een woongenot tegenover staat. Inge geeft echter aan dat zij niet kan starten met de verliesverwerking zolang zij in dit huis woont.

Twee aparte huizen kunnen zij echter niet bekostigen. Bovendien kom je niet zo makkelijk in aanmerking voor een huurwoning. De twee ontdekken dat voor Ruud de huur van een huurwoning hoger ligt dan de maandelijkse hypotheeklasten van hun koopwoning.  Tijdens de mediation ontstaat de oplossing dat Ruud de koopwoning kan overnemen wanneer de hypotheek over enkele maanden afloopt.  Dit geeft lucht aan de emoties rondom de koopwoning.

Deze overname heeft een aantal fiscale consequenties, die door een fiscalist onderzocht worden en door een goede beschrijving in het echtscheidingsconvenant ondervangen worden.  In de overbruggingsperiode betaalt Ruud aan Inge een extra bedrag aan partneralimentatie, zodat zij haar bijdrage kan leveren aan de betaling van de woonlasten van de koopwoning. Ze spreken af dat Inge na de scheiding nog in de koopwoning mag blijven wonen totdat zij een huurwoning voor de kinderen en haar gevonden heeft (met een maximum van een jaar).

Een half jaar na de scheiding  heeft Inge een huurwoning gevonden in dezelfde woonplaats. Omdat zij huurtoeslag ontvangt, is deze woning voor haar betaalbaar.  Ruud heeft  vervolgens  zijn intrek genomen in de koopwoning. Zo kunnen de kinderen zelf op de fiets  naar papa en mama.

miriam@cervixmediation.nl