Column:
Omgangsregeling: in wiens belang eigenlijk ?
Het recht op omgang met de kinderen na een scheiding is vaak
een gevoelig onderwerp bij het regelen
van een scheiding. Waar ouders soms aan voorbij gaan, is dat het in deze niet
alleen een recht is, maar ook een plicht. Een plicht die zelfs wettelijk is
vastgelegd.
Het opstellen van een omgangsregeling vraagt om een
zorgvuldige afweging tussen de belangen van de ouder en de belangen van het
kind. Naar mijn mening wordt in deze discussie nog te vaak uitgegaan van de
rechten en de belangen van de ouder. Daar zit ook vaak de angel van het
meningsverschil: de hakken gaan in het zand omdat de ouder de eigen rechten
veilig wil stellen.
Bij het opstellen van een omgangsregeling start ik vaak met
de opdracht aan ouders om op te schrijven wat volgens hen nu de belangen van de
kinderen zijn. Vaak zijn er wel een aantal overeenkomsten in deze antwoorden te
vinden, die dan als vertrekpunt kunnen dienen voor het opstellen van een regeling.
Als professional ga
ik uit van de hechtingstheorie en de ontwikkelingspsychologie., teneinde zo een
kindgerichte regeling te bereiken die rekening houdt met de leeftijd en de
ontwikkelingsfase van een kin. Ik zie het ook als mijn taak om ouders hierover
voor te lichten.
De betekenis van de hechtingstheorie is wetenschappelijk
onderzocht. Uit tal van onderzoeken blijkt dat een goede hechting tussen het (
zeer jonge) kind en zijn
verzorger/opvoeder een solide basis vormt voor een gezonde ontwikkeling van het
kind. Een verstoorde hechtingsrelatie in de vroege kinderjaren is daarentegen
een risicofactor voor een gezonde ontwikkeling. Zo worden o.a. contact- en
relatiestoornissen, aandachts- en leerstoornissen, depressiviteit, angst-en
stemmingsstoornissen in verband gebracht met een verstoorde hechting, net als persoonlijkheidsstoornissen,
anorexia en automutilatie.
Ik heb weleens een omgangsregeling gemaakt voor een nog
ongeboren baby. Vader wilde dit kindje, direct na de bevalling de helft van de week
bij zich hebben. Voor zeer jonge kinderen is veel en regelmatig contact met één
en dezelfde verzorger, uitermate belangrijk voor het welbevinden. Twee
verschillende huizen, twee verschillende bedjes…… dat is voor een baby teveel.
Gelukkig kon ik dit aan vader overbrengen. Vader gaf echter wel aan een plaats
in het leven van dit kindje te willen krijgen en gelukkig ging moeder daarin
mee. Vader mocht bij de bevalling aanwezig zijn en ging daarna, dagelijks, in
de avonduren het kind voeden, verschonen en in bed leggen. Chapeau !
miriam@cervixmediation.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten