donderdag 8 september 2016


Column:  Omgangsregeling: in wiens belang eigenlijk ?

Het recht op omgang met de kinderen na een scheiding is vaak een gevoelig onderwerp  bij het regelen van een scheiding. Waar ouders soms aan voorbij gaan, is dat het in deze niet alleen een recht is, maar ook een plicht. Een plicht die zelfs wettelijk is vastgelegd.

Het opstellen van een omgangsregeling vraagt om een zorgvuldige afweging tussen de belangen van de ouder en de belangen van het kind. Naar mijn mening wordt in deze discussie nog te vaak uitgegaan van de rechten en de belangen van de ouder. Daar zit ook vaak de angel van het meningsverschil: de hakken gaan in het zand omdat de ouder de eigen rechten veilig wil stellen.

Bij het opstellen van een omgangsregeling start ik vaak met de opdracht aan ouders om op te schrijven wat volgens hen nu de belangen van de kinderen zijn. Vaak zijn er wel een aantal overeenkomsten in deze antwoorden te vinden, die dan als vertrekpunt kunnen dienen voor het opstellen van een regeling.

Als professional  ga ik uit van de hechtingstheorie en de ontwikkelingspsychologie., teneinde zo een kindgerichte regeling te bereiken die rekening houdt met de leeftijd en de ontwikkelingsfase van een kin. Ik zie het ook als mijn taak om ouders hierover voor te lichten.

De betekenis van de hechtingstheorie is wetenschappelijk onderzocht. Uit tal van onderzoeken blijkt dat een goede hechting tussen het ( zeer jonge)  kind en zijn verzorger/opvoeder een solide basis vormt voor een gezonde ontwikkeling van het kind. Een verstoorde hechtingsrelatie in de vroege kinderjaren is daarentegen een risicofactor voor een gezonde ontwikkeling. Zo worden o.a. contact- en relatiestoornissen, aandachts- en leerstoornissen, depressiviteit, angst-en stemmingsstoornissen in verband gebracht met een verstoorde hechting, net als persoonlijkheidsstoornissen, anorexia en automutilatie.

Ik heb weleens een omgangsregeling gemaakt voor een nog ongeboren baby. Vader wilde dit kindje,  direct na de bevalling de helft van de week bij zich hebben. Voor zeer jonge kinderen is veel en regelmatig contact met één en dezelfde verzorger, uitermate belangrijk voor het welbevinden. Twee verschillende huizen, twee verschillende bedjes…… dat is voor een baby teveel. Gelukkig kon ik dit aan vader overbrengen. Vader gaf echter wel aan een plaats in het leven van dit kindje te willen krijgen en gelukkig ging moeder daarin mee. Vader mocht bij de bevalling aanwezig zijn en ging daarna, dagelijks, in de avonduren het kind voeden, verschonen en in bed leggen. Chapeau !

miriam@cervixmediation.nl








Geen opmerkingen:

Een reactie posten